KUNSTGESCHIEDENIS

door mevrouw Carla van Bree

Toelichting

Twee bijeenkomsten najaar 20 en 27 november 2018

Neo-realisten in Nederland.

Na alle abstracte experimenten van rond 1910 keerde de schilderkunst na de Eerste Wereldoorlog terug naar een behoudende, figuratieve stijl. Afhankelijk van de stijl en de boodschap van de kunstenaars ontwikkelden zich verschillende realismen: in Frankrijk werd in 1924 de Surrealistische Beweging opgericht. Joop Moesman was één van de weinig Nederlandse surrealisten. Bekender is het magisch realisme van Carel Willink en Pyke Koch: realistische, maar onwaarschijnlijke werelden. Het bekendste is de Nieuwe Zakelijkheid: veel aandacht voor figuur en object (‘de zaak’), en dus voor stofuitdrukking. Denk aan Raoul Hynckes, Dick Ket en Wim Schuhmacher. Charley Toorop vertegenwoordigt een harder neorealisme, met een sterke sociale component. In Nederland zijn verschillende musea met neorealistische collecties, zoals MORE en het Museum Arnhem.

Twee bijeenkomsten, voorjaar 22 en 29 januari 2019

Bauhaus, het begin van de industriële vormgeving

In 1919 werd in het Duitse Weimar het Bauhaus geopend, een kunstacademie op een nieuwe leest geschoeid. Doel was van de toegepaste kunstenaar en ambachtsmens weer een kunstenaar te maken en vice versa. Aanvankelijk lag de nadruk sterk op de persoonlijke ontwikkeling van de ontwerpers, maar halverwege de jaren ’20 werd er ook gekeken naar de mogelijkheden van machinale en seriematige productie. Bauhaus staat nu voor ‘modern, zonder tierlantijnen’. Bekende kunstenaars, zoals Wassily Kandinsky, Paul Klee en de architect Walter Gropius gaven er les. In 1925 verhuisde het instituut naar Dessau. In 1933 moest de school onder druk van het nationaal-socialisme sluiten. Maar de moderne beeldtaal was niet meer te stoppen. Vanaf 9 februari 2019 is in museum Boijmans-Van Beuningen in Rotterdam een grote Bauhaustentoonstelling te zien.